Hoe is het nu met…
George de Jong
Door persoonlijke omstandigheden rolde hij in 2001 de wereld van raamdecoratie binnen. George de Jong, 73 jaar, runde voor die tijd een ontwerpbureau voor retail en interieur. De opgedane kennis en ervaring op het gebied van het verleiden van de consument kwamen goed van pas in de nieuwe tak van sport. George heeft een mooie reis achter de rug in de wereld van de binnenzonwering. Of het nu gaat om die enorm exclusieve set met stalen, of dat prachtige showroommeubel waarin raamdecoratie op zijn allermooist getoond wordt, de kans is groot dat u ongemerkt met zijn werk in aanraking bent gekomen. Vanaf zijn 71e is hij toch echt met pensioen, ook al doet dat een beetje zeer. George de Jong is namelijk een ‘vakidioot’ die altijd in functie is.
Aan de basis gestaan van Flex Colours
“Begin jaren 2000 kwam ik bij toeval in aanraking met AM Design (dat later fuseerde met het toenmalige Multisol in Nijmegen). Mijn eerste opdracht daar was het ontwikkelen van de branding voor een nieuwe lijn raamdecoratie. Daar hoorde uiteraard de grafische vormgeving bij en zo ontstond het concept Flex Colours op mijn tekentafel”, opent George het gesprek. “AM Design werd op een gegeven moment ingelijfd binnen het Hunter Douglas kamp en ik verhuisde mee. Op het hoofdkantoor in Rotterdam kreeg men in de gaten dat ik van veel markten thuis was en zo werd ik gebombardeerd tot ‘vliegende keep’. Ik werd al snel kind aan huis bij diverse Hunter Douglas dochterondernemingen.”
Standplaats Rotterdam, werkgebied overal
In principe was zijn vaste standplaats het hoofdkantoor van Hunter Douglas in Rotterdam, toen nog aan de Piekstraat. “Bij Multisol vond er wat verschuiving plaats, Martijn van Dijk werd er directeur en Veronica de Vos, toen verantwoordelijk voor marketing, wisselde van baan. Daardoor ontstond er een gat in de marketing, dat ik opvulde. Ik kreeg een vaste stoel op het Nijmeegse kantoor en zat er twee dagen per week. De rest van de dagen was nogal dynamisch gevuld, met werkzaamheden voor Hunter Douglas bedrijven als het Franse FilterSun, Faber in Denemarken, Aluvert in Zuid-Afrika en Sunway in Nieuwegein.” Het werk van George bestond hoofdzakelijk uit het samenstellen van nieuwe collecties, de wijze van presenteren van deze collecties en het ontwikkelen van winkelconcepten. “Met de bagage die ik meenam uit de wereld van retail en interieur kon ik nu eenmaal goed in de huid van de consument kruipen. Enerzijds wil je een aansprekende collectie die conform de laatste trends is, of trendsettend is, anderzijds weet je dat als je die collectie niet optimaal in beeld brengt, de consument je links laat liggen. Prachtig werk met meetbare resultaten.”
Wanneer marketing een ‘ver van mijn bed show’ is…
“Wat me destijds opviel in de sector is dat veel bedrijven hun focus vooral op productie hadden liggen. Marketing werd er vaak maar half bijgedaan, door mensen die daar niet specifiek voor aangenomen waren. Een beetje een ‘ver van mijn bed show’ dus. Toen ik bij FilterSun in Frankrijk binnenkwam, trof ik daar een abominabele set stalenboeken aan. Zo ernstig, dat men er zelfs geen geld voor durfde te vragen. Reden voor mij om de zaak volledig om te draaien: ik ontwierp een high end stalenboek met een enorme aantrekkingskracht. Een boek dat je in de showroom op tafel kon leggen en dat zichzelf verkocht, bij wijze van spreken. Voor de vakhandel een enorme ondersteuning en de ontwikkelkosten werden door FilterSun terugverdiend, omdat ze voor het eerst geld konden vragen voor hun stalenboeken. Het gevolg: een enorme stijging in omzet”, legt George uit.
Collectioneren is een vak apart
Wanneer je als dealer of consument een stalenboek voor je hebt liggen, dan realiseer je je waarschijnlijk niet hoeveel werk er in het samenstellen van zo’n collectie is gaan zitten. George licht een tipje van de sluiter op: “Collectioneren is een vak apart. Binnen Hunter Douglas had ik te maken met verschillende toeleveranciers, verdeeld over de verschillende Hunter Douglas merken. Eerst raadpleeg je de statistieken voor je een nieuwe collectie ‘uitlegt’. Wat zijn de hardlopers? Hoe lang zijn dit al hardlopers? Kunnen we inschatten of ze hardloper blijven, of is er een nieuwe trend die zo hard in opkomst is, dat die de nieuwe hardlopers gaat opleveren? Er komt ook een beetje ‘fingerspitzengefühl’ bij kijken hoor. Maar de meeste keuzes die je maakt zijn goed beredeneerd. Je hebt in raamdecoratie niet te maken met maar één collectie per merk, maar ook nog eens met afzonderlijke prijsgroepen. Dan wordt het belangrijk om inzichten te krijgen in wat de doelgroep die in aanmerking komt voor zo’n prijsgroep mooi vindt. Eigenlijk is het een hele wetenschap. De sluitpost na selectie van stoffen is dan de volgorde waarin je deze presenteert. Daar komt ‘het oog van de meester’ dan bij kijken. De regel is dat als je de geselecteerde stalen in een waaier hebt liggen, er een logische en esthetische opbouw aanwezig moet zijn.”
De uitdaging was voor George altijd dat hij moest collectioneren met stoffen uit de collectie van fabrikanten die leverancier zijn aan Hunter Douglas. “Het is niet zo dat je lukraak ergens een kleurtje vandaan tovert van een ander merk, als je iets mist. Gelukkig zit er ongelooflijk veel kennis binnen Hunter Douglas op het gebied van trends en styling. Het materiaal waarmee ik mocht werken was in de basis al top, aan mij de taak om keuzes te maken en volgordes te bepalen. Enorm dankbaar werk om te doen, want je weet dat jouw keuzes van invloed zijn op de uiteindelijke omzet.”
‘Heden ten dage is een goed winkelconcept feitelijk onmisbaar om je merk, de dealer en de consument met elkaar te verbinden’
Wees de consument een stap voor in zijn zoektocht
Als er één ding voor George duidelijk is geworden in al die jaren dat hij werkte, is dat je de verwachtingen van de consument moet zien te overtreffen. “Je moet de consument gewoon een stap voor zijn in zijn zoektocht. Dat betekent dat je als merk om te beginnen synergie moet creëren tussen je zorgvuldig samengestelde collectie, de manier waarop je de stalen presenteert en de wijze waarop je de demonstatieproducten in de showroom toont. Als dat allemaal perfect in balans is, dan trek je de aandacht en verhoog je de koopbereidheid van de eindgebruiker. Sfeer en merkbeleving voeren de boventoon.” George is van mening dat je als fabrikant de dealer moet helpen en inspireren. Dat betekent volgens hem ook dat je als merk je marketingkennis deelt met de mensen in de frontlinie.
“Iedere dealer wil niets liever dan hulp krijgen in het maken van meer omzet. Het aantal vierkante meters in een showroom is echter een vast gegeven en er zijn meer kapers op de kust die hun spullen er graag etaleren. Ik zag het als mijn plicht om met goede cosmetische handgrepen te komen om iets moois te ontwikkelen dat ook nog betaalbaar is. De dealer moet ervan overtuigd zijn dat zijn showroom een upgrade krijgt en hij meer omzet met jouw merk kan maken. Dan staat hij met liefde de nodige vierkante meters ter beschikking. Deze wisselwerking creëert ook loyaliteit over en weer”, aldus George.
Een shopconcept mag nooit een status quo zijn
Het is altijd een opsteker wanneer een dealer kiest voor jouw merk en jouw concept, verklaart George. “Als je winkelconcept klopt, dan zie je de omzet stijgen. Heden ten dage is een goed winkelconcept feitelijk onmisbaar om je merk, de dealer en de consument met elkaar te verbinden”, legt hij uit. “Het risico bestaat echter dat het concept een status quo wordt. Dan is de dynamiek eruit, wordt het gewoontjes en is er niets spannends meer aan. Bedenk als merk goed dat iedere showroominrichting in het algemeen en een shopconcept in het bijzonder een houdbaarheidsdatum heeft. Blijf samen innoveren, blijf vernieuwen.”
Tot besluit: “Blijf voeling houden met de consument. Volg trends of zet trends en beperk je als merk niet alleen tot het uitbrengen van een nieuwe collectie, maar vernieuw je showroomconcept ook steeds. Houd de dynamiek vast en groei samen.”
Meer artikelen
ZONWERING MAGAZINE is een uitgave van:

Contact
Draeckensteijn Media
Stekkenberg 11
6561 XE Groesbeek
T: +31 6 11704420
E: info@draeckensteijnmedia.nl