Zonwering in relatie tot energie- en milieuprestatie
In gesprek met de VMRG, de brancheorganisatie voor de gevelbouw
In onze sector maken we dankbaar gebruik van het feit dat buitenzonwering positief kan bijdragen aan de energieprestatie van gebouwen. We verkopen buitenzonwering met de belofte dat de koelbehoefte wordt beperkt en dat er sprake is van een isolerende werking in de winter. Buitenzonwering wordt meegenomen in het vaststellen van het energielabel voor een woning- of utiliteitsgebouw. De materie blijkt complexer dan de simpele belofte die gedaan wordt. Rob Daniëls, coördinator Technologie, Kwaliteit en Digitalisering bij de VMRG, krijgt in zijn werk ook steeds meer te maken met zonwering in relatie tot de geldende regelgeving vanuit Europa. Hij verdiept zich dagelijks in de materie en praat ons bij.
‘De VMRG is een vereniging van gevelbouwers die, door samenwerking met haar partners in de branche, streeft naar een optimaal comfort voor de eindgebruiker. Door continue product- en procesverbetering, innovatie, opleiding en service, wordt de waarde van gebouwen op lange termijn gegarandeerd’, valt op de website van de VMRG te lezen. Bij de VMRG is een aantal zonweringfabrikanten aangesloten, omdat zonwering als gevelproduct gezien mag worden. We vragen Rob Daniëls wat de EPBD richtlijn precies beoogt. “De Europese Commissie wil de energieprestatie van gebouwen verbeteren. Daarom heeft ze een richtlijn opgesteld om dit binnen de EU te stimuleren. Deze richtlijn is de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD)”, verklaart hij. “De EPBD IV gaat over veel onderwerpen. Zo zijn er eisen voor het Nederlandse energielabel, maar moet er ook aandacht worden besteed aan duurzame materiaalkeuzes, een gezond binnenklimaat, adaptatie aan klimaatverandering, brandveiligheid, risico’s in verband met seismische activiteiten en de toegankelijkheid voor personen met een handicap.”
Circulair werken is het meest wenselijk.
Milieukosten indicator
Rob Daniëls vervolgt: “In Nederland stellen we in het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving) een eis aan de MPG (Milieuprestatie Gebouwen). De totale MPG-score van het gebouw wordt berekend aan de hand van de MKI (milieukosten indicator) van de verschillende materialen of producten die nodig zijn om het gebouw te realiseren. Om tot de MKI te komen, wordt er eerst een LCA (levenscyclusanalyse) van het product gemaakt. Op basis van deze LCA worden de milieugegevens gekwantificeerd in een EPD (Environmental Product Declaration). Om maar even in de afkortingen te blijven, gaan we dus voor een bouwproduct van een LCA, naar een EPD en dan naar de MKI, om zo op gebouwniveau een MPG-berekening te kunnen maken.” Bij het opstellen van een levenscyclusanalyse van een product wordt gekeken naar vier verschillende fases: productiefase (A1-A3), bouwfase (A4-A5), gebruiksfase (B1-B7) en sloop- en verwerkingsfase (C1-C4). De mogelijkheden voor hergebruik, terugwinning en recycling worden gedeclareerd in module D. “De EPD is een milieuverklaring waarin de impact over de gehele levenscyclus van een product wordt verklaard. Deze dient ook opgesteld te worden voor zonweringsproducten. Een LCA wordt opgesteld met eenduidig vastgelegde spelregels. De spelregels op productniveau worden vastgelegd in Product Category Rules (PCR). Voor zonwering is er nog geen specifieke PCR. Daarom is er binnen de VMRG Community Zonwering een werkgroep bezig met het opstellen van deze PCR voor zonwering.”

Van een LCA wordt gegaan naar een EPD en dan naar de MKI, om zo op gebouwniveau een MPG-berekening te kunnen maken. (Foto © Frans Blok)
Energie- en milieuprestatie
“Een misvatting is dat zonwering zorgt voor koeling”, schetst Rob Daniëls. “Zonwering koelt namelijk niet, maar reduceert de warmtetoetreding tot het gebouw. Hierdoor staat zonwering ook hoger op de ‘ladder van koeling’ dan actieve of passieve koeling, want voorkomen is immers beter dan genezen. Het toepassen van zonwering zorgt ervoor dat de koudebehoefte van een gebouw wordt gereduceerd. Dit heeft een positief effect op de energieprestatie van dat gebouw. In veel gevallen is het dus nodig om zonwering toe te passen om aan alle eisen met betrekking tot energieprestatie en oververhitting te voldoen. Op het moment dat zonwering nodig is om te voldoen aan de eisen uit het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving) moet de zonwering ook meegenomen worden in de MPG (Milieuprestatie Gebouwen) berekening.”

In de zonweringsector kan nog heel veel gewonnen worden aan de kant van milieuprestatie (Foto © Frans Blok)
R-ladder
“Bij producten in de gebouwschil zien we vaak dat maatregelen die positief zijn voor de energieprestatie, een negatieve invloed hebben op de milieuprestatie”, aldus Rob Daniëls. Hij geeft er een voorbeeld bij: Wanneer we de thermische prestaties van een raam willen verbeteren, wordt er vaak gekozen voor driebladig in plaats van tweebladig isolatieglas. Er wordt dus extra materiaal toegevoegd en dat heeft een negatief effect op de milieuprestatie. Ditzelfde geldt voor zonwering. Een gebouw zonder zonwering zal beter scoren in de milieuprestatieberekening, maar zonwering zorgt ervoor dat de energiebehoefte tijdens de gebruiksfase wordt verlaagd.
Rob Daniëls verwijst naar de R-ladder, één van de strategieën van circulariteit. “Dat begint bij Refuse en Rethink. Met andere woorden: wanneer er niet gebouwd wordt, is er ook geen uitstoot. Je kunt ook het ontwerp aanpassen waardoor bepaalde producten of materialen overbodig worden. Daarna komt Reduce in beeld: hoe kunnen we met minder materiaal werken en productieprocessen optimaliseren. Reuse betekent werken met producten die terugkomen uit het gebouw. Dan zijn er nog Repair, Refurbish, Remanufacture en Repurpose. Dat houdt in dat bestaande producten worden gerepareerd of opgeknapt voor een tweede leven. Ook kunnen productonderdelen elders worden ingezet, deze komen dan niet meer terug in hun oude vorm of functie. Een trede lager op deze R-ladder staat Recycle, hierbij worden materialen verwerkt, zodat deze hergebruikt kunnen worden. Recover, de laagste trede, betekent dat er energie wordt teruggewonnen uit de producten.
Fabrikanten moeten anders na gaan denken en een businessmodel ontwikkelen rondom deze circulariteit. Op dit moment is het vaak zo dat een circulair product duurder is dan een nieuw product met nieuwe materialen. Zolang de vakhandel en de consument niet meer willen betalen voor een groener product, zitten de fabrikanten met een probleem. Ook de aantrekkelijkheid van een ‘nieuw’ geproduceerd product telt mee. Zodra we collectief anders gaan denken en de voorkeur geven aan hergebruik in plaats van nieuw, dan gaan we stappen maken.”
‘Zonwering koelt niet, maar reduceert de warmtetoetreding tot het gebouw’
Balans
Een ideale situatie zou zijn wanneer er balans komt tussen energieprestatie en milieuprestatie. “De energieprestatie gemeten over de levensduur van een gebouw zal afgezet moeten worden tegen de milieuprestatie. In de EPBD IV (Europese Richtlijn energieprestatie van gebouwen) worden beide samengebracht door te kijken naar de CO2-uitstoot gedurende de hele levencyclus van zowel de materialen als het operationeel energieverbruik van het gebouw, de zogenaamde ‘whole life carbon’. Met deze methode komen de energie- en milieuprestatie in balans en kunnen weloverwogen keuzes gemaakt worden bij het ontwerp van het gebouw”, verklaart Rob Daniëls. “In de zonweringsector kan nog heel veel gewonnen worden aan de kant van milieuprestatie. We kunnen beginnen met het laaghangend fruit: we zamelen aluminium in en laten dit ophalen door willekeurige bedrijven. Vaak hebben we geen idee waar de materialen heen gaan. Het zou beter zijn om aluminium te laten recyclen door een bedrijf dat dit materiaal weer onze sector in brengt. Je boekt resultaat door alles in de eigen keten te houden.”

Rob Daniëls, Coördinator Technologie, Kwaliteit en Digitalisering van de VMRG. Foto: © Kees van der Meer.

Schematische weergave van de R-Ladder.

Henk Zoontjens, directeur van de VMRG. Foto: © Kees van der Meer.
VMRG partners m.b.t. zonwering: Decolux BV, DUCO Ventilation & Sun Control, EcoShade B.V., Gevex Professionele Zonwering B.V., Henny Hendriks BV, heroal-Johann Henkenjohann GmbH & Co.KG, HSD Eco Screen B.V., Lenco Zonwering, Peeters Projectzonwering BV, Project Zonwering Nederland, Renson NV, Schellekens & Schellekens BV, Smits Rolluiken en Zonwering B.V., Storax B.V., SunCircle B.V., Verano B.V., WAREMA BeNeLux B.V.
Uitnodiging tot samenwerking
Tot besluit vragen we aan Henk Zoontjens, directeur van de VMRG, over de samenwerking die er is tussen de VMRG en zonweringbedrijven. Hij legt uit: “De BENG-normering levert enorme kansen op voor de zonweringsector. Zonwering zit altijd daar waar onze leden gevels plaatsen, dus ik pleit voor een intensieve samenwerking. Laten we samen zo vroeg mogelijk in de bouwkolom de handen ineenslaan. Dat bespaart geld, CO2-uitstoot en brengt een optimale balans in de energiehuishouding van een gebouw. De VMRG zit namens de gevelindustrie in de NTA8800-commissie, waar we een rol spelen met betrekking tot gevel, glas en zonwering. Daarom zou het mooi zijn als meer zonweringfabrikanten bij ons aanhaken, samen kunnen we meer. We rollen bij de VMRG de rode loper uit voor zonweringfabrikanten.”
Meer artikelen
ZONWERING MAGAZINE is een uitgave van:

Contact
Draeckensteijn Media
Stekkenberg 11
6561 XE Groesbeek
T: +31 6 11704420
E: info@draeckensteijnmedia.nl